donderdag 23 december 2010

Kerst 2010

Op kerstavond en kerstochtend ga ik samen met een groep mensen eten - de ene keer voor en de andere keer na een kerkdienst. We verlenen elkaar gastvrijheid op een moment waarop we tegelijkertijd gedenken, dat er voor Jezus geen plaats was om geboren te worden. We nemen eten mee uit de Antilliaanse, Marokkaanse en Nederlandse keuken, want als Jezus vrede sticht, dan doet hij dat voor heel de wereld en nodigt hij iedereen uit aan zijn tafel. Vrede is Gods geschenk, wij zien daar naar uit. Met deze woorden erbij - en die zal ik die avond en die ochtend ook uitspreken - is dit voor mij een krachtige uitdrukking van de hoop die in ons is: 
Jesus, hope of the nations
Jesus, comfort for all who mourn
You are the source of heaven's hope on earth

Jesus, light in the darkness
Jesus, truth in each circumstance
You are the source of heaven's light on earth

In history, You lived and died,
You broke the chains,
You rose to life
 
Het volgende clipje drukt voor mij deze hoop uit - straatmuzikanten zingen en spelen gepassioneerd en wereldwijd in harmonieuze veelkleurigheid, dat ze iemand nodig hebben die naast ons staat. Zie deze vorige entry voor meer informatie over het clipje.

maandag 20 december 2010

Eten, bidden, beminnen - Vier boeken (2)

In vier posts introduceer ik vier boeken waarin Eten, bidden en beminnen centraal staan. Graham Tomlin - Geestelijk Fit, Alan Hirsch - Forgotten Ways, Steve Timmis & Tim Chester - Total Church, Tom Wright - Virtue Reborn.

Deze vier auteurs bestrijken een groot deel van het theologische spectrum: Anglicaans, Reformed, Missional, Charismatisch. Ik zou er graag nog een titel uit Anabaptistische kring bij willen, Yoder, of iets van Hauerwas. Maar ik ben nog niet voldoende met deze schrijvers bekend.

Vandaag Hirsch - Forgotten Ways.

Hirsch is afkomstig uit Australië. The Shaping of Things to Come, dat hij eerder samen met Frost schreef is het boek dat de missional church in contrast met attractionele kerkmodellen op de kaart zette. In The Forgotten Ways vraagt Hirsch zich af, hoe het kan dat zowel de vroege kerk tot en met de derde eeuw A.D. als de Chinese kerk in de laatste jaren van de twintigste eeuw zo fenomenaal groeide. Alles wat in de Westerse context gegeven is, was of is daar immers anders:
  • het ging om illegale religies, die op z'n best getolereerd en op z'n slechts vervolgd worden.
  • ze hadden geen kerkgebouwen zoals wij die gewend zijn.
  • ze hadden zelfs niet de Schriften zoals wij die kennen.
  • ze hadden geen institutionele of professionele vorm van leiderschap die wij gewoonlijk met de kerk associeren.
  • ze hadden geen laagdrempelige kerkdiensten, jongerengroepen, aanbiddingsleiders, seminaries, commentaren, etc.
  • ze maakten het anderen zelfs moeilijk om deel te worden van de kerk.
Hoe kon de kerk toch groeien? Zijn antwoord:
They appear to the observer simply as disciple-making systems, but the rather funny thing is that they never appear to get beyond this.
Meer dan Tomlin is Hirsch een man van de praktijk. Hirsch is zo praktisch dat er zelfs een handboek is bij The Forgotten Ways. Chester schrijft hierover:
Handbooks which are published to follow-up (cash in on?) the success of books are in my experience almost always a disappointment. It seems as if the publisher has paid someone to think of some applications and questions that anyone could have thought of for themselves. The Forgotten Ways Handbook is a clear exception to this rule.
Minder dan Tomlin is hij in zijn waardering van de institutionele kerk. Sommigen zullen dat echter als een aanbeveling beschouwen. Anderen hebben ook wat kritiek als het gaat om het gebrek aan nadruk op het werk van Jezus (soteriologie). Tim Chester wijst daar bijvoorbeeld op, in zijn review van ReJesus. Toch is hij uiteindelijk positief over het werk van Frost en Hirsch.

Hirsch komt in zijn boek tot zes ingrediënten, zes Forgotten Ways:
  1. The heart of it all: Jesus is Lord
  2. Disciple making
  3. Missional-incarnational impulse
  4. Apostolic environment
  5. Organic systems
  6. Communitas not community
Waarom lezen? Hirsch is enorm aansprekend in zijn praktijkvoorbeelden en de verbindingen die hij legt met de hedendaagse cultuur. Bovendien is hij nooit theologisch naïef en verwerkt hij het denken van bijvoorbeeld Newbigin en Bosch nadrukkelijk in zijn werk.

    vrijdag 17 december 2010

    Eten, bidden, beminnen - Vier boeken (1)

    In vier posts introduceer ik vier boeken waarin Eten, bidden en beminnen centraal staan. Graham Tomlin - Geestelijk Fit, Alan Hirsch - Forgotten Ways, Steve Timmis & Tim Chester - Total Church, Tom Wright - Virtue Reborn.

    Deze vier auteurs bestrijken een groot deel van het theologische spectrum: Anglicaans, Reformed, Missional, Charismatisch. Ik zou er graag nog een titel uit Anabaptistische kring bij willen, Yoder, of iets van Hauerwas. Maar ik ben nog niet voldoende met deze schrijvers bekend.

    Vandaag Graham Tomlin - Geestelijk Fit.

    Graham Tomlin is een interessante schrijver. Hij is sinds een paar jaar de "huistheoloog" van New Wine. Wellicht verwacht je intens charismatische boeken, maar nee, Tomlin steekt breder en dieper in. Graham is van huis uit, naar ik meen, kerkhistoricus. In zijn boeken - Prikkelende Kerk en Geestelijk Fit - verbindt hij zich in zijn schrijven nadrukkelijk aan de levende traditie van de vroege kerk, Luther, Ellul om maar eens wat te noemen. Hij benoemt ook uitstekend de postmoderne context waarin we leven. En natuurlijk past zoiets als de Alpha cursus ook goed in zijn denken.

    Hoe aansprekend Tomlin ook schrijft, hij blijft wel een theoloog. Dat betekent dat hij meer vanuit het ideaal dan vanuit de praktijk schrijft. Dat is geen reden om het boek te laten staan, maar wel om het niet als enige te lezen als het gaat om dit onderwerp.

    Zijn boek Geestelijk Fit is een praktische uitwerking van wat hij met zijn eerdere boek Prikkelende Kerk beoogt: hoe leven we ons leven als volgelingen van Jezus, op een manier die onze omgeving uitdaagt om na te denken. Graham steekt in op de deugd - en dat is voor mij gewoon discipelschap.

    Wat heeft Graham bij te dragen aan eten, bidden en beminnen? Een verrassend slot. Als eerste concludeert hij dat geestelijke groei kleinere gemeenschappen nodig heeft. Graham schrijft vervolgens, als goed Anglicaan, de institutionele, grote kerk niet af, maar complementeert deze met die kleine gemeenschap. Dat vind ik een pre. De klapper: vanuit het evangelie van Marcus somt hij twaalf eigenschappen op die hij in het leven van Jezus ziet en relevant acht voor ons:

    1.Kameraadschap – Jezus deed dingen samen met anderen
    2.Gastvrijheid – Jezus en zijn leerlingen ontmoetten elkaar en anderen thuis in hun eigen omgeving
    3.Maaltijden –
    4.Samen tijd verspillen
    5.Taken – Jezus gaf zijn leerlingen opdrachten buiten hun comfort zone
    6.Retraite – Jezus trok zich samen met zijn leerlingen terug
    7.Onderwijs
    8.Bijbel
    9.Observatie
    10.De armen – Jezus zocht vooral (alleen?) de armen op
    11.Eenvoud – Jezus genoot van het goede dat God gaf maar vertrouwde niet op die zaken zelf
    12.Jezus zelf! Hij is het hart!
    Waarom Tomlin lezen? Alleen om de uitwerking van bovenstaand lijstje te lezen.

    donderdag 16 december 2010

    Playing for Change | Kerst 2010

    Onze wereld is vaak genadeloos ongastvrij. Er was geen plaats voor Jozef en zijn hoogzwangere vrouw. Jezus werd geboren in een stal. Onze wereld is zo genadeloos ongastvrij, dat vredestichters gekruisigd worden als opstandelingen, dat wie omziet naar anderen eenzaam achterblijft, dat wie leven schenkt het ontnomen wordt, wie water put zelf dorstig omkomt.

    En Kerst is dat God zelf deze genadeloos ongastvrije wereld vol vijanden en vreemdelingen in gaat als mens. Kerst vertelt, dat God in die mensen "een welbehagen" vindt. Kerst is de geboorte van een mens die Noord en Zuid, Oost en West gastvrij aan tafel nodigt, maar eerst het lot ondergaat van al die vijanden en vreemdelingen van God. Zijn volk was ooit in slavernij in Afrika, zijn volk werd verdreven door Aziaten, bezet door Europeanen, en zelf werd hij door zijn eigen mensen uitgeleverd om te worden gedood. Dit is de paradox, dat wij verlangen naar vrede, maar oorlog alleen met wapens kunnen bestrijden. Liefde en genade zijn geschenken van buiten. Dat is de boodschap van Kerst.

    In 2001 begonnen twee mannen de muziek van straatmuzikanten op te nemen in de VS. Dit project groeide uit tot een wereldwijde beweging. Geld wordt ingezameld voor muziekscholen in oorlogsgebieden en verlaten plaatsen. Onderstaand clipjes zijn een mooie kerstboodschap voor 2010. Ik hoor er in terug, wat ik hierboven schreef. 
    Met dank aan Marnix Niemeijer, directeur van TEAR - TEgen ARmoede. Voor meer clipjes en info (die ik zelf ook ga bekijken: http://playingforchange.com)




    woensdag 15 december 2010

    Eten, bidden en beminnen en de christologie

    Eten, bidden en beminnen zijn drie werkwoorden die intens theologisch gestempeld kunnen zijn. Niks oppervlakkigs dus. Zo kan eten nadrukkelijk verwijzen naar Jezus. Met een duur woord, zou je kunnen zeggen, dat eten in het licht van de bijbel, verwijst naar de christologie. Hier een voorzetje.

    Eten is christologie van Kerst, want Jezus was niet welkom in deze wereld. Zo willen we eten met mensen die niet welkom zijn in onze samenleving - de arbeiders, de vreemdelingen, de onaangepasten, de gebrokenen van hart en geest, de puissant rijken en de armen.

    Eten is christologie van Goede Vrijdag, want Jezus werd gedood. Hij was niet welkom in deze wereld. Dat begon al direct na zijn geboorte, met de reactie van koning Herodes op de boodschap van de magiërs. Jezus stierf uiteindelijk als vijand, als vijand van het volk en als vijand van het rijk, en dat terwijl wij de echte vijanden waren - van God en van elkaar. We eten om dat te gedenken, want Jezus verbond zijn dood met een maaltijd. En hij droeg zijn volgelingen op om die maaltijd samen te vieren.

    Eten is christologie van Pasen, want Jezus stond op uit de dood. Gods nieuwe tijd is begonnen. Wij eten als vooruitblik op Gods grote maaltijd. Wij eten om de verzoening die hij in Jezus aanbiedt te vieren, autochtoon met allochtoon, nieuwe met oude Nederlander, allen in Christus.

    Eten is christologie van Hemelvaart, want Jezus is Koning geworden. En daarom eten we geen nationale maaltijd, maar eten we als een wereldwijde broederschap. Eten we als vreemdelingen op aarde en burgers van een ander rijk. En omdat hij alle macht heeft, eten we met de machtelozen en de verschoppelingen, eten we in de marge van de macht van deze wereld, want zo staan we in het centrum van de macht van Jezus.

    Eten is christologie van Pinksteren, want Jezus zond zijn Heilige Geest. Wij delen wat God ons heeft gegeven en gaat geven. Hij geeft ons eten om te delen en gaven om zijn gezin op te bouwen - apostelen, profeten, evangelisten, herders en leraren. Ook Pasen en Pinksteren zitten natuurlijk opgesloten in de maaltijd van de Heer. Jezus verbond die maaltijd met het nieuwe verbond, dat is de nieuwe tijd van Pasen. En in dat nieuwe verbond ontvangen wij een nieuw hart, dat is Pinksteren.

    Eten is christologie van de Wederkomst, want Jezus komt terug om alle dingen recht te maken. We eten, en weten dat het koninkrijk niet bestaat uit eten en drinken, maar uit vrede en gerechtigheid. We eten, en weten dat niet wij de Grote Maaltijd brengen, maar hij. Hij alleen is Koning. We zijn dus mensen die eten, maar niet als mensen zonder hoop.

    Zo is met de maaltijd nog niet de hele christologie aan de orde gekomen. Woorden als pre-existentie en twee-naturenleer zijn nog niet gevallen. Maar toch, met de maaltijd valt veel te vertellen over Jezus, zonder dat het gezocht is.

    Beminnen heeft volgens mij net zo'n sterke lading, maar daar schreef ik al eerder over (zie hier, hier en hier bijvoorbeeld).

    dinsdag 14 december 2010

    Verlangen uit dankbaarheid of ontevredenheid

    Als verkoper heb je niks aan een tevreden klant. Want die komt niet meer terug. Natuurlijk, direct na aankoop moet de consument een tevreden gevoel hebben. Maar, al snel daarna moet het gaan knagen. Er zijn alweer betere beeldschermen verkrijgbaar (van LCD en plasma naar LED, van HD-ready naar HD en 3D). Je iPad is binnen een paar maanden verouderd. De nieuwe generatie krijgt meer geheugen, meer aansluitmogelijkheden, een camera, enzovoorts. De markteconomie drijft allang niet meer op schaarste maar op ontevredenheid.

    En die ontevredenheid knaagt waarschijnlijk dieper aan ons dan we denken. Waarom zijn we anders zo licht ontvlambaar? Waarom anders politiek zo wispelturig? Waarom anders mopperen we zo makkelijk?

    Zou het kunnen dat ons verlangen naar meer - meer salaris, meer vrije dagen, betere gezondheid, intensere liefde, meer van Gods Geest, gestempeld wordt door ontevredenheid? Ontevredenheid over ons salaris, ontevredenheid over de mensen in onze gemeente (niet geestelijk, niet actief, niet conservatief of niet inspirerend genoeg), ontevredenheid over ons huis, onze tv, onze relatie, noem maar op.

    Het viel me opeens weer op in het clipje van Nick, dat hieronder staat. Nick heeft geen armen en benen. En toch straalt hij enorme vreugde uit. Toch heeft hij geweldige humor en relativeert zich zelf. Hoe kan dat? Wat heeft bij hem de verandering te weeg gebracht? Hij zegt er zelf dit over: "Het eerste wat ik geleerd heb, is om dankbaar te zijn."

    Ik denk, dat we niet meer van God mogen verwachten, als we niet eerst leren om dankbaar te zijn met wat we al hebben ontvangen. En als dat zo is, dan is dat denk ik niet eens zo gemakkelijk. Want met met die houding stellen we onze cultuur en dus onze diepste drijfveren onder kritiek. De maakbaarheid van meer en de ontevredenheid naar meer zijn namelijk twee pijlers van onze maatschappij en dus van ons leven.

    Nieuwe blog: Peter van de Havenkerk

    Als iemand weet, wat eten, bidden en beminnen is, dan is dat Peter Strating van de Havenkerk. Een gemeente midden in de Schilderswijk. Een gemeente die volop samen eet, samen bidt en samen bemint (en beminnen gebeurt daar, zoals elders tot de vonken er van af vliegen ;-) Peter is onlangs begonnen met een weblog: peterstrating.blogspot.com.

    maandag 13 december 2010

    Eten, bidden en beminnen en de Nationale Synode

    Afgelopen vrijdag en zaterdag was ik deelnemer aan de Nationale Synode. Had daar meer gegeten moeten worden, zoals Daniel suggereert? Misschien wel, maar met wie?

    Voordat ik die vraag beantwoord, eerst een aantal positieve opmerkingen. Goed, dat 52 denominaties elkaar hier min of meer "officieel" niveau ontmoetten, en zo bevestigen wat op het grondvlak al jarenlang gebeurt. Ook Rooms-katholieken en anabaptisten. Goed, dat oud en jong, leiders en leken, mannen en vrouwen, elkaar ontmoetten, baden, luisterden naar elkaars hart en samen aten. Goed, als dit een start is voor nog veel meer. Want, dat belooft het toch wel te zijn. Het was ook een moedig initiatief, zeker voor hen afkomstig uit de CGK, GG en de Remonstrantse richting. En: Jezus stond in het middelpunt.

    De slottoespraak was van Harmen van Wijnen. Harminius, zoals zich hij met enige humor hernoemde. Hij vroeg zich onder meer af waarom zo weinig christenen aan tafel zitten bij Pauw en Witteman. Wellicht sprak er een verlangen uit naar meer mensen die opvallen door het volgen van Jezus. Of zat er "oud denken" achter? Gaat het om bruggen bouwen of om krachten bundelen? Zou dit een van de weinige dingen zijn, die deze synode bindt met die uit 1618/1619. Namelijk het verlangen naar macht en invloed? Bij wie willen wij aan tafel? Met Pauw en Witteman, of met Kylie, Rachid en Stephen? Voor zover ik weet heeft Jezus nooit met Herodes gegeten. Jezus at altijd in de marge van de samenleving.

    Is het inlegkunde, om verlangen naar macht te horen in zo'n zinnetje? Maar de slotliederen bevestigden dit voor mijn gevoel. U zij de glorie, opgestane Heer. U zij de victorie! En ook Geest van hierboven, leer ons geloven. ... als wij ontvangen al ons verlangen... Dat klonk me opeens allemaal zo stoer, zo machtig in de oren. Iets te veel Pasen en Hemelvaart en iets te weinig Kerst en Goede Vrijdag om het maar eens theologisch uit te drukken.

    Ik denk, niet dat christenen moeten streven in het centrum van de macht te komen. Als Jezus zegt, dat hij alle macht al heeft, wat willen we dan nog meer? Iemand wees op Johannes 13:
    Jezus, die wist dat de Vader Hem alles in handen had gegeven en dat Hij van God gekomen was en naar God zou teruggaan, stond van tafel op, legde zijn bovenkleren af en bond een linnen schort om zijn middel.
    Eten, bidden en beminnen gaat uit van een ander Koninkrijk. Wij eten en beminnen als vreemdelingen. Het was daarom prima om Donner van Koninkrijkszaken te gast te hebben op de Nationale Synode. Volgelingen van Jezus zijn immers van een ander Koninkrijk. Of was het niet zo prima, omdat Donner van Binnenlandse Zaken is? En dat de Nationale Synode een signaal aan ons Nederland en onze samenleving aanbood, kan op een identiteits-conflict duiden. Kortom, dat woordje Nationaal zit me ook een beetje dwars. Ik hecht daar op zich minder gewicht aan, maar in combinatie met het voorafgaande, wil ik het wel noemen.

    vrijdag 10 december 2010

    Kerstengel

    Mijn zoon bereidt zich voor op de kerstviering bij school. Hij heeft geen gebrek aan inlevingsvermogen. Hij vertelde, dat hij vanmiddag God heeft gezien: "Hij was helemaal van goud."

    donderdag 9 december 2010

    Waarom eten, bidden en beminnen?

    Eten, bidden en beminnen; een mooie samenvatting van wat de kerk moet doen (een journalist van Trouw introduceerde deze trits, Jos Douma en Remmelt Meijer schrijven erover, n.a.v. een interview met David Heek in het ND).

    Ik ben helemaal voor. Al meer dan twee jaar eet ik bijna wekelijks met een groep mensen en sinds een jaar nodigen we elke maand andere mensen uit om mee te eten: christenen, niet-gelovigen, moslims, jong, oud, allerlei kleuren en achtergronden. We oefenen o in het delen van ons bezit en onze tijd en ons leven. Het is heel eenvoudig: samen koken, samen eten, samen bijbellezen, samen bidden en samen opruimen. We koken niet voor anderen - dat is de crux, we koken met anderen. Die daarmee meteen geen anderen meer zijn. Is het groot? Nee, dertig, veertig mensen. Maar, we leven en spreken het Evangelie uit (klik hier, hier of hier voor een toelichting).

    Maar daar - bij het Evangelie leven en spreken - moet het ook blijven. We eten, bidden en beminnen niet om het Koninkrijk van God te bouwen. Maar, om het te vieren en te verkondigen. Ik zie het gevaar, dat wij Nederlanders met onze ideeën over maakbaarheid, eten, bidden en beminnen omarmen als activiteit en niet als levensstijl. Eten, bidden en beminnen wordt een methode om het Koninkrijk te bouwen, groter te maken, uit te breiden. Maar we eten, bidden en beminnen uit dankbaarheid. Jezus heeft ons bevrijd. Hij is de Koning. Hij heeft alle macht al. En daarom eten, bidden en beminnen we. Dat is ook de volgorde in Handelingen 2. Wie theologisch nog niet overtuigd is, kan ook kijken naar de statistieken van de afgelopen honderd jaar: wij hebben in die periode wel dijken gemaakt, maar het Koninkrijk en de kerk niet echt.

    Kortom de uitdrukking Koninkrijk van God is in het Nederlandse taalgebied enorm vervuild met ons idee van maakbaarheid. Vandaar dat we er zo graag aan bouwen. Maar, laten we ons eten, ons bidden en beminnen ook niet met dat onzalige idee vergiftigen. Laten we eten, bidden en beminnen uit dankbaarheid.