donderdag 23 december 2010

Kerst 2010

Op kerstavond en kerstochtend ga ik samen met een groep mensen eten - de ene keer voor en de andere keer na een kerkdienst. We verlenen elkaar gastvrijheid op een moment waarop we tegelijkertijd gedenken, dat er voor Jezus geen plaats was om geboren te worden. We nemen eten mee uit de Antilliaanse, Marokkaanse en Nederlandse keuken, want als Jezus vrede sticht, dan doet hij dat voor heel de wereld en nodigt hij iedereen uit aan zijn tafel. Vrede is Gods geschenk, wij zien daar naar uit. Met deze woorden erbij - en die zal ik die avond en die ochtend ook uitspreken - is dit voor mij een krachtige uitdrukking van de hoop die in ons is: 
Jesus, hope of the nations
Jesus, comfort for all who mourn
You are the source of heaven's hope on earth

Jesus, light in the darkness
Jesus, truth in each circumstance
You are the source of heaven's light on earth

In history, You lived and died,
You broke the chains,
You rose to life
 
Het volgende clipje drukt voor mij deze hoop uit - straatmuzikanten zingen en spelen gepassioneerd en wereldwijd in harmonieuze veelkleurigheid, dat ze iemand nodig hebben die naast ons staat. Zie deze vorige entry voor meer informatie over het clipje.

maandag 20 december 2010

Eten, bidden, beminnen - Vier boeken (2)

In vier posts introduceer ik vier boeken waarin Eten, bidden en beminnen centraal staan. Graham Tomlin - Geestelijk Fit, Alan Hirsch - Forgotten Ways, Steve Timmis & Tim Chester - Total Church, Tom Wright - Virtue Reborn.

Deze vier auteurs bestrijken een groot deel van het theologische spectrum: Anglicaans, Reformed, Missional, Charismatisch. Ik zou er graag nog een titel uit Anabaptistische kring bij willen, Yoder, of iets van Hauerwas. Maar ik ben nog niet voldoende met deze schrijvers bekend.

Vandaag Hirsch - Forgotten Ways.

Hirsch is afkomstig uit Australië. The Shaping of Things to Come, dat hij eerder samen met Frost schreef is het boek dat de missional church in contrast met attractionele kerkmodellen op de kaart zette. In The Forgotten Ways vraagt Hirsch zich af, hoe het kan dat zowel de vroege kerk tot en met de derde eeuw A.D. als de Chinese kerk in de laatste jaren van de twintigste eeuw zo fenomenaal groeide. Alles wat in de Westerse context gegeven is, was of is daar immers anders:
  • het ging om illegale religies, die op z'n best getolereerd en op z'n slechts vervolgd worden.
  • ze hadden geen kerkgebouwen zoals wij die gewend zijn.
  • ze hadden zelfs niet de Schriften zoals wij die kennen.
  • ze hadden geen institutionele of professionele vorm van leiderschap die wij gewoonlijk met de kerk associeren.
  • ze hadden geen laagdrempelige kerkdiensten, jongerengroepen, aanbiddingsleiders, seminaries, commentaren, etc.
  • ze maakten het anderen zelfs moeilijk om deel te worden van de kerk.
Hoe kon de kerk toch groeien? Zijn antwoord:
They appear to the observer simply as disciple-making systems, but the rather funny thing is that they never appear to get beyond this.
Meer dan Tomlin is Hirsch een man van de praktijk. Hirsch is zo praktisch dat er zelfs een handboek is bij The Forgotten Ways. Chester schrijft hierover:
Handbooks which are published to follow-up (cash in on?) the success of books are in my experience almost always a disappointment. It seems as if the publisher has paid someone to think of some applications and questions that anyone could have thought of for themselves. The Forgotten Ways Handbook is a clear exception to this rule.
Minder dan Tomlin is hij in zijn waardering van de institutionele kerk. Sommigen zullen dat echter als een aanbeveling beschouwen. Anderen hebben ook wat kritiek als het gaat om het gebrek aan nadruk op het werk van Jezus (soteriologie). Tim Chester wijst daar bijvoorbeeld op, in zijn review van ReJesus. Toch is hij uiteindelijk positief over het werk van Frost en Hirsch.

Hirsch komt in zijn boek tot zes ingrediënten, zes Forgotten Ways:
  1. The heart of it all: Jesus is Lord
  2. Disciple making
  3. Missional-incarnational impulse
  4. Apostolic environment
  5. Organic systems
  6. Communitas not community
Waarom lezen? Hirsch is enorm aansprekend in zijn praktijkvoorbeelden en de verbindingen die hij legt met de hedendaagse cultuur. Bovendien is hij nooit theologisch naïef en verwerkt hij het denken van bijvoorbeeld Newbigin en Bosch nadrukkelijk in zijn werk.

    vrijdag 17 december 2010

    Eten, bidden, beminnen - Vier boeken (1)

    In vier posts introduceer ik vier boeken waarin Eten, bidden en beminnen centraal staan. Graham Tomlin - Geestelijk Fit, Alan Hirsch - Forgotten Ways, Steve Timmis & Tim Chester - Total Church, Tom Wright - Virtue Reborn.

    Deze vier auteurs bestrijken een groot deel van het theologische spectrum: Anglicaans, Reformed, Missional, Charismatisch. Ik zou er graag nog een titel uit Anabaptistische kring bij willen, Yoder, of iets van Hauerwas. Maar ik ben nog niet voldoende met deze schrijvers bekend.

    Vandaag Graham Tomlin - Geestelijk Fit.

    Graham Tomlin is een interessante schrijver. Hij is sinds een paar jaar de "huistheoloog" van New Wine. Wellicht verwacht je intens charismatische boeken, maar nee, Tomlin steekt breder en dieper in. Graham is van huis uit, naar ik meen, kerkhistoricus. In zijn boeken - Prikkelende Kerk en Geestelijk Fit - verbindt hij zich in zijn schrijven nadrukkelijk aan de levende traditie van de vroege kerk, Luther, Ellul om maar eens wat te noemen. Hij benoemt ook uitstekend de postmoderne context waarin we leven. En natuurlijk past zoiets als de Alpha cursus ook goed in zijn denken.

    Hoe aansprekend Tomlin ook schrijft, hij blijft wel een theoloog. Dat betekent dat hij meer vanuit het ideaal dan vanuit de praktijk schrijft. Dat is geen reden om het boek te laten staan, maar wel om het niet als enige te lezen als het gaat om dit onderwerp.

    Zijn boek Geestelijk Fit is een praktische uitwerking van wat hij met zijn eerdere boek Prikkelende Kerk beoogt: hoe leven we ons leven als volgelingen van Jezus, op een manier die onze omgeving uitdaagt om na te denken. Graham steekt in op de deugd - en dat is voor mij gewoon discipelschap.

    Wat heeft Graham bij te dragen aan eten, bidden en beminnen? Een verrassend slot. Als eerste concludeert hij dat geestelijke groei kleinere gemeenschappen nodig heeft. Graham schrijft vervolgens, als goed Anglicaan, de institutionele, grote kerk niet af, maar complementeert deze met die kleine gemeenschap. Dat vind ik een pre. De klapper: vanuit het evangelie van Marcus somt hij twaalf eigenschappen op die hij in het leven van Jezus ziet en relevant acht voor ons:

    1.Kameraadschap – Jezus deed dingen samen met anderen
    2.Gastvrijheid – Jezus en zijn leerlingen ontmoetten elkaar en anderen thuis in hun eigen omgeving
    3.Maaltijden –
    4.Samen tijd verspillen
    5.Taken – Jezus gaf zijn leerlingen opdrachten buiten hun comfort zone
    6.Retraite – Jezus trok zich samen met zijn leerlingen terug
    7.Onderwijs
    8.Bijbel
    9.Observatie
    10.De armen – Jezus zocht vooral (alleen?) de armen op
    11.Eenvoud – Jezus genoot van het goede dat God gaf maar vertrouwde niet op die zaken zelf
    12.Jezus zelf! Hij is het hart!
    Waarom Tomlin lezen? Alleen om de uitwerking van bovenstaand lijstje te lezen.

    donderdag 16 december 2010

    Playing for Change | Kerst 2010

    Onze wereld is vaak genadeloos ongastvrij. Er was geen plaats voor Jozef en zijn hoogzwangere vrouw. Jezus werd geboren in een stal. Onze wereld is zo genadeloos ongastvrij, dat vredestichters gekruisigd worden als opstandelingen, dat wie omziet naar anderen eenzaam achterblijft, dat wie leven schenkt het ontnomen wordt, wie water put zelf dorstig omkomt.

    En Kerst is dat God zelf deze genadeloos ongastvrije wereld vol vijanden en vreemdelingen in gaat als mens. Kerst vertelt, dat God in die mensen "een welbehagen" vindt. Kerst is de geboorte van een mens die Noord en Zuid, Oost en West gastvrij aan tafel nodigt, maar eerst het lot ondergaat van al die vijanden en vreemdelingen van God. Zijn volk was ooit in slavernij in Afrika, zijn volk werd verdreven door Aziaten, bezet door Europeanen, en zelf werd hij door zijn eigen mensen uitgeleverd om te worden gedood. Dit is de paradox, dat wij verlangen naar vrede, maar oorlog alleen met wapens kunnen bestrijden. Liefde en genade zijn geschenken van buiten. Dat is de boodschap van Kerst.

    In 2001 begonnen twee mannen de muziek van straatmuzikanten op te nemen in de VS. Dit project groeide uit tot een wereldwijde beweging. Geld wordt ingezameld voor muziekscholen in oorlogsgebieden en verlaten plaatsen. Onderstaand clipjes zijn een mooie kerstboodschap voor 2010. Ik hoor er in terug, wat ik hierboven schreef. 
    Met dank aan Marnix Niemeijer, directeur van TEAR - TEgen ARmoede. Voor meer clipjes en info (die ik zelf ook ga bekijken: http://playingforchange.com)




    woensdag 15 december 2010

    Eten, bidden en beminnen en de christologie

    Eten, bidden en beminnen zijn drie werkwoorden die intens theologisch gestempeld kunnen zijn. Niks oppervlakkigs dus. Zo kan eten nadrukkelijk verwijzen naar Jezus. Met een duur woord, zou je kunnen zeggen, dat eten in het licht van de bijbel, verwijst naar de christologie. Hier een voorzetje.

    Eten is christologie van Kerst, want Jezus was niet welkom in deze wereld. Zo willen we eten met mensen die niet welkom zijn in onze samenleving - de arbeiders, de vreemdelingen, de onaangepasten, de gebrokenen van hart en geest, de puissant rijken en de armen.

    Eten is christologie van Goede Vrijdag, want Jezus werd gedood. Hij was niet welkom in deze wereld. Dat begon al direct na zijn geboorte, met de reactie van koning Herodes op de boodschap van de magiërs. Jezus stierf uiteindelijk als vijand, als vijand van het volk en als vijand van het rijk, en dat terwijl wij de echte vijanden waren - van God en van elkaar. We eten om dat te gedenken, want Jezus verbond zijn dood met een maaltijd. En hij droeg zijn volgelingen op om die maaltijd samen te vieren.

    Eten is christologie van Pasen, want Jezus stond op uit de dood. Gods nieuwe tijd is begonnen. Wij eten als vooruitblik op Gods grote maaltijd. Wij eten om de verzoening die hij in Jezus aanbiedt te vieren, autochtoon met allochtoon, nieuwe met oude Nederlander, allen in Christus.

    Eten is christologie van Hemelvaart, want Jezus is Koning geworden. En daarom eten we geen nationale maaltijd, maar eten we als een wereldwijde broederschap. Eten we als vreemdelingen op aarde en burgers van een ander rijk. En omdat hij alle macht heeft, eten we met de machtelozen en de verschoppelingen, eten we in de marge van de macht van deze wereld, want zo staan we in het centrum van de macht van Jezus.

    Eten is christologie van Pinksteren, want Jezus zond zijn Heilige Geest. Wij delen wat God ons heeft gegeven en gaat geven. Hij geeft ons eten om te delen en gaven om zijn gezin op te bouwen - apostelen, profeten, evangelisten, herders en leraren. Ook Pasen en Pinksteren zitten natuurlijk opgesloten in de maaltijd van de Heer. Jezus verbond die maaltijd met het nieuwe verbond, dat is de nieuwe tijd van Pasen. En in dat nieuwe verbond ontvangen wij een nieuw hart, dat is Pinksteren.

    Eten is christologie van de Wederkomst, want Jezus komt terug om alle dingen recht te maken. We eten, en weten dat het koninkrijk niet bestaat uit eten en drinken, maar uit vrede en gerechtigheid. We eten, en weten dat niet wij de Grote Maaltijd brengen, maar hij. Hij alleen is Koning. We zijn dus mensen die eten, maar niet als mensen zonder hoop.

    Zo is met de maaltijd nog niet de hele christologie aan de orde gekomen. Woorden als pre-existentie en twee-naturenleer zijn nog niet gevallen. Maar toch, met de maaltijd valt veel te vertellen over Jezus, zonder dat het gezocht is.

    Beminnen heeft volgens mij net zo'n sterke lading, maar daar schreef ik al eerder over (zie hier, hier en hier bijvoorbeeld).

    dinsdag 14 december 2010

    Verlangen uit dankbaarheid of ontevredenheid

    Als verkoper heb je niks aan een tevreden klant. Want die komt niet meer terug. Natuurlijk, direct na aankoop moet de consument een tevreden gevoel hebben. Maar, al snel daarna moet het gaan knagen. Er zijn alweer betere beeldschermen verkrijgbaar (van LCD en plasma naar LED, van HD-ready naar HD en 3D). Je iPad is binnen een paar maanden verouderd. De nieuwe generatie krijgt meer geheugen, meer aansluitmogelijkheden, een camera, enzovoorts. De markteconomie drijft allang niet meer op schaarste maar op ontevredenheid.

    En die ontevredenheid knaagt waarschijnlijk dieper aan ons dan we denken. Waarom zijn we anders zo licht ontvlambaar? Waarom anders politiek zo wispelturig? Waarom anders mopperen we zo makkelijk?

    Zou het kunnen dat ons verlangen naar meer - meer salaris, meer vrije dagen, betere gezondheid, intensere liefde, meer van Gods Geest, gestempeld wordt door ontevredenheid? Ontevredenheid over ons salaris, ontevredenheid over de mensen in onze gemeente (niet geestelijk, niet actief, niet conservatief of niet inspirerend genoeg), ontevredenheid over ons huis, onze tv, onze relatie, noem maar op.

    Het viel me opeens weer op in het clipje van Nick, dat hieronder staat. Nick heeft geen armen en benen. En toch straalt hij enorme vreugde uit. Toch heeft hij geweldige humor en relativeert zich zelf. Hoe kan dat? Wat heeft bij hem de verandering te weeg gebracht? Hij zegt er zelf dit over: "Het eerste wat ik geleerd heb, is om dankbaar te zijn."

    Ik denk, dat we niet meer van God mogen verwachten, als we niet eerst leren om dankbaar te zijn met wat we al hebben ontvangen. En als dat zo is, dan is dat denk ik niet eens zo gemakkelijk. Want met met die houding stellen we onze cultuur en dus onze diepste drijfveren onder kritiek. De maakbaarheid van meer en de ontevredenheid naar meer zijn namelijk twee pijlers van onze maatschappij en dus van ons leven.

    Nieuwe blog: Peter van de Havenkerk

    Als iemand weet, wat eten, bidden en beminnen is, dan is dat Peter Strating van de Havenkerk. Een gemeente midden in de Schilderswijk. Een gemeente die volop samen eet, samen bidt en samen bemint (en beminnen gebeurt daar, zoals elders tot de vonken er van af vliegen ;-) Peter is onlangs begonnen met een weblog: peterstrating.blogspot.com.

    maandag 13 december 2010

    Eten, bidden en beminnen en de Nationale Synode

    Afgelopen vrijdag en zaterdag was ik deelnemer aan de Nationale Synode. Had daar meer gegeten moeten worden, zoals Daniel suggereert? Misschien wel, maar met wie?

    Voordat ik die vraag beantwoord, eerst een aantal positieve opmerkingen. Goed, dat 52 denominaties elkaar hier min of meer "officieel" niveau ontmoetten, en zo bevestigen wat op het grondvlak al jarenlang gebeurt. Ook Rooms-katholieken en anabaptisten. Goed, dat oud en jong, leiders en leken, mannen en vrouwen, elkaar ontmoetten, baden, luisterden naar elkaars hart en samen aten. Goed, als dit een start is voor nog veel meer. Want, dat belooft het toch wel te zijn. Het was ook een moedig initiatief, zeker voor hen afkomstig uit de CGK, GG en de Remonstrantse richting. En: Jezus stond in het middelpunt.

    De slottoespraak was van Harmen van Wijnen. Harminius, zoals zich hij met enige humor hernoemde. Hij vroeg zich onder meer af waarom zo weinig christenen aan tafel zitten bij Pauw en Witteman. Wellicht sprak er een verlangen uit naar meer mensen die opvallen door het volgen van Jezus. Of zat er "oud denken" achter? Gaat het om bruggen bouwen of om krachten bundelen? Zou dit een van de weinige dingen zijn, die deze synode bindt met die uit 1618/1619. Namelijk het verlangen naar macht en invloed? Bij wie willen wij aan tafel? Met Pauw en Witteman, of met Kylie, Rachid en Stephen? Voor zover ik weet heeft Jezus nooit met Herodes gegeten. Jezus at altijd in de marge van de samenleving.

    Is het inlegkunde, om verlangen naar macht te horen in zo'n zinnetje? Maar de slotliederen bevestigden dit voor mijn gevoel. U zij de glorie, opgestane Heer. U zij de victorie! En ook Geest van hierboven, leer ons geloven. ... als wij ontvangen al ons verlangen... Dat klonk me opeens allemaal zo stoer, zo machtig in de oren. Iets te veel Pasen en Hemelvaart en iets te weinig Kerst en Goede Vrijdag om het maar eens theologisch uit te drukken.

    Ik denk, niet dat christenen moeten streven in het centrum van de macht te komen. Als Jezus zegt, dat hij alle macht al heeft, wat willen we dan nog meer? Iemand wees op Johannes 13:
    Jezus, die wist dat de Vader Hem alles in handen had gegeven en dat Hij van God gekomen was en naar God zou teruggaan, stond van tafel op, legde zijn bovenkleren af en bond een linnen schort om zijn middel.
    Eten, bidden en beminnen gaat uit van een ander Koninkrijk. Wij eten en beminnen als vreemdelingen. Het was daarom prima om Donner van Koninkrijkszaken te gast te hebben op de Nationale Synode. Volgelingen van Jezus zijn immers van een ander Koninkrijk. Of was het niet zo prima, omdat Donner van Binnenlandse Zaken is? En dat de Nationale Synode een signaal aan ons Nederland en onze samenleving aanbood, kan op een identiteits-conflict duiden. Kortom, dat woordje Nationaal zit me ook een beetje dwars. Ik hecht daar op zich minder gewicht aan, maar in combinatie met het voorafgaande, wil ik het wel noemen.

    vrijdag 10 december 2010

    Kerstengel

    Mijn zoon bereidt zich voor op de kerstviering bij school. Hij heeft geen gebrek aan inlevingsvermogen. Hij vertelde, dat hij vanmiddag God heeft gezien: "Hij was helemaal van goud."

    donderdag 9 december 2010

    Waarom eten, bidden en beminnen?

    Eten, bidden en beminnen; een mooie samenvatting van wat de kerk moet doen (een journalist van Trouw introduceerde deze trits, Jos Douma en Remmelt Meijer schrijven erover, n.a.v. een interview met David Heek in het ND).

    Ik ben helemaal voor. Al meer dan twee jaar eet ik bijna wekelijks met een groep mensen en sinds een jaar nodigen we elke maand andere mensen uit om mee te eten: christenen, niet-gelovigen, moslims, jong, oud, allerlei kleuren en achtergronden. We oefenen o in het delen van ons bezit en onze tijd en ons leven. Het is heel eenvoudig: samen koken, samen eten, samen bijbellezen, samen bidden en samen opruimen. We koken niet voor anderen - dat is de crux, we koken met anderen. Die daarmee meteen geen anderen meer zijn. Is het groot? Nee, dertig, veertig mensen. Maar, we leven en spreken het Evangelie uit (klik hier, hier of hier voor een toelichting).

    Maar daar - bij het Evangelie leven en spreken - moet het ook blijven. We eten, bidden en beminnen niet om het Koninkrijk van God te bouwen. Maar, om het te vieren en te verkondigen. Ik zie het gevaar, dat wij Nederlanders met onze ideeën over maakbaarheid, eten, bidden en beminnen omarmen als activiteit en niet als levensstijl. Eten, bidden en beminnen wordt een methode om het Koninkrijk te bouwen, groter te maken, uit te breiden. Maar we eten, bidden en beminnen uit dankbaarheid. Jezus heeft ons bevrijd. Hij is de Koning. Hij heeft alle macht al. En daarom eten, bidden en beminnen we. Dat is ook de volgorde in Handelingen 2. Wie theologisch nog niet overtuigd is, kan ook kijken naar de statistieken van de afgelopen honderd jaar: wij hebben in die periode wel dijken gemaakt, maar het Koninkrijk en de kerk niet echt.

    Kortom de uitdrukking Koninkrijk van God is in het Nederlandse taalgebied enorm vervuild met ons idee van maakbaarheid. Vandaar dat we er zo graag aan bouwen. Maar, laten we ons eten, ons bidden en beminnen ook niet met dat onzalige idee vergiftigen. Laten we eten, bidden en beminnen uit dankbaarheid.

    dinsdag 30 november 2010

    Hauerwas in Opbouw

    Is het omdat Stanley Hauerwas zo'n markante kop heeft (zie foto)?

    Is het omdat ik bezig ben met het onderwerp Groei? En omdat ik denk dat volgelingen van Jezus alleen in, door en als gemeenschap kunnen groeien? En omdat ik me dus herken in hem. Want volgens Stanley Hauerwas is...
    ...de kerk de plaats waar christenen van individu deel worden van een grotere familie, waar ze leren om samen te leven, waar anderen zich met hun leven mogen inlaten. In de kerk leert een mens dat hij of zij niet zelf de hoofdpersoon is in zijn levensverhaal, maar dat God dat is.
    Is het omdat Hauerwas voor een verhalende theologie is?

    Is het vanwege dit soort teksten:
    Time’s Magazine noemde hem in 2001 Amerika’s ‘best theologian’. Stanley Hauerwas is ‘contemporary theology’s foremost intellectual provocateur’, motiveerde het tijdschrift. Op karakteristieke wijze antwoordde Hauerwas: ‘Best is geen theologische categorie. Gelovig of ongelovig zijn de juiste categorieën. Het laatste in de wereld wat ik wil zijn, is de beste.’
    Is het omdat ik er dus naar uitzie meer van hem te lezen dan Resident Aliens en Preaching as though we had enemies (zucht: was het maar zomer)?

    Ik weet het niet, maar ik vind het leuk dat ik Bart Wallet heb gevraagd een artikel te schrijven over deze markante theoloog. En nog leuker, dat Bart het heeft geschreven.

    Acht weken na verschijning van deze blog kun je Barts hele artikel online in Opbouw-online lezen. Wie niet kan wachten, kan nu al de Nederlandse vertaling van Preaching as though we had enemies lezen.

    woensdag 17 november 2010

    Wie bereikt wie?

    Iedereen die nadenkt over evangelisatie, komt vroeg of laat bij de doelgroep vraag. Wie willen we bereiken? En daaruit volgt dan de aanpak. Maar volgens mij moet er eerst iets anders gebeuren.

    We kunnen anderen pas bereiken, als we hen toestaan ons te bereiken. De eerste vraag is niet, hoe wij anderen kunnen bereiken. De eerste vraag is, of wij bereid zijn, om anderen ons hart en ons huis te laten bereiken. Zijn wij bereid om anderen in ons leven binnen te laten? Kunnen we anderen in onze gemeenschap opnemen, of houden we hen op veilige afstand, zodat ons eigen leven ongemoeid blijft?

    Wanneer we niet bereid zijn om anderen ons te laten bereiken, dan is de uitdrukking, dat wij anderen willen bereiken, marketingjargon. Dan wordt het evangelie een product, dat we aan andere consumenten op de markt van religie en spiritualiteit kwijt willen. In 1974 zei René Padilla hier al het volgende over:
    In order to gain the greatest possible number of followers, it is not enough for 'culture Christianity' to turn the gospel into a product; it also has to distribute it among the greatest number of consumers of religions. For this the twentieth century has provided it with the perfect tool - technology. The strategy for evangelization of the world thus becomes a question of mathematical calculation.
    Maar er ligt ook een mooie kans. Wanneer we anderen uitnodigen om ons leven binnen te komen en hen gastvrij ontvangen, ook al zijn zij voor ons vreemdelingen, dan belichamen we alleen al daardoor, het hart van het evangelie.

    dinsdag 16 november 2010

    Groei! op website NGK Maassluis

    Dit jaar spreek en preek ik over Groei. Voor wie wil meelezen heb ik gisteren het resultaat tot nu toe op de website van de NGK Maassluis gezet.

    Wie meeleest en nog meer inspiratie wil, kan ik de volgende titels aanraden:
    Graham Tomlin - Geestelijk Fit (goed leesbaar)
    Tim Keller - Namaakgoden (goed leesbaar)
    Tim Chester - You Can Change (Engelstalig, maar goed leesbaar)
    NT Wright - Virtue Reborn (wat pittiger)

    En op Galaten:
    Tom Wright - Galatians and Thessalonians (Paul for Everyone serie, Engelstalig, maar goed leesbaar)
    John Stott - The Message of Galatians (BST serie, ook in het Nederlands verschenen, goed leesbaar)
    Richard N. Longenecker - Galatians (WBC serie, technisch)
    Richard Hays - The Faith of Jesus Christ (technisch)
    Chris Wright - The Mission of God (technisch, maar eenvoudiger dan de twee titels hierboven)

    donderdag 11 november 2010

    Puberruil Maassluis - Volendam

    In Puberruil XL ruilen twee pubers voor vijf dagen. In de uitzending van 9 november kwam de Antilliaanse Mary-Leen uit Maassluis in Volendam terecht. En Lizz uit Volendam dus in Maassluis. Klik hier om de uitzending te bekijken en te ontdekken hoe Antilliaanse jongeren uit Maassluis een feestje bouwen zonder drank, op straat hangen en niet kunnen dansen in Volendam. 

    maandag 1 november 2010

    Het hemd van de Koning (5) - Het verhaal

    Onze kleding vertelt wie we zijn, of bedekt wie we zijn. Onze kleding vertelt waar we trots op zijn, of verbergt waar we ons voor schamen.

    De afgelopen dagen heb ik een aantal blogs geschreven die in ruwe streken het verhaal van de bijbel over schaamte vertellen. Vandaag het verhaal op een rijtje.

    Een van de eerste verhalen in de bijbel gaat over Adam en Eva. Wanneer God hen opzoekt, verbergen ze zich voor hem. Maar hij roept ze tevoorschijn en vraagt waarom ze zich verborgen hielden. Wat is hun antwoord? “We werden bang, omdat we naakt zijn.” Diepe schaamte. “We hebben niets om aan te doen.”

    Wij zijn allemaal kinderen van Adam en Eva. Onze angst om ontdekt te worden, naakt gevonden te worden is dus – volgens de bijbel – terecht. Als onze schaamte terecht is, dan komen we daar dus zelf niet vanaf. Dan helpen onze kleren dus niet echt, dan zijn het uiteindelijk de kleren van de keizer.

    Maar de bijbel stopt niet bij Adam en Eva.

    Na hen koos God Abraham. Hij zei tegen hem: “In jou zullen alle volken gezegend worden. Uit jouw nageslacht zullen koningen voortkomen.” Uit Abraham kwam het volk Israël voort. God zei tegen hen: “Ik maak van jullie een koninkrijk van priesters.” En zo roept het verhaal van Adam en Eva, Abraham en Israël het verlangen op naar nieuwe kleren. Verlangen naar koninklijke kleren. Naar een dag waarop wij de schaamte voorbij mogen zijn. Maar wie de geschiedenis van Israël leest, vindt weinig kleren om aan te trekken.

    Maar dan komt Jezus. God zegt tegen hem: “Jij bent mijn Geliefde Zoon.” Mijn geliefde Zoon, dat is de titel voor een koning. En in alles wat hij doet, laat hij zien, dat hij die titel en die kleding waardig is. In zijn spreken, in zijn oordelen, in zijn woorden en in zijn daden. Hij is de koning.

    Tot op de dag van zijn kruisiging. Dat is de dag waarop soldaten hem de kleren van het lijf scheuren. Een lendendoek? Ik weet het niet. De kruisdood was bovenal bedoeld als een schaamtevolle dood. Bedoeld om die ander te onteren, schaamtevol te laten sterven.

    Onder aan het kruis verloten de soldaten Jezus onderkleed, zijn hemd. Een van hen zal voortaan gekleed gaan in zijn kleren.

    Maar hangt Jezus daar niet op de positie waar wij het meest bang voor zijn. Zichtbaar voor mensen, zichtbaar voor God, zonder iets om zichzelf te bedekken. Tentoongesteld, zonder mogelijkheid om te vluchten. Is de schaamte die hem ten deel valt, niet onze schaamte?

    Maar schaamte hoeft maar één keer tentoongesteld te worden. Wanneer iedereen het heeft gezien, dan is het genoeg.

    En dit is dan de boodschap van de bijbel: Jezus heeft onze schaamte al gedragen. Jezus heeft de vloek al gedragen. En onder aan het kruis ligt dat hemd. Het hemd van de koning. Het hemd van de Zoon van God. Nieuwe kleren. Een nieuwe identiteit, de identiteit van de Koning.

    En de doop is niets minder dan een uitspelen (enacting) van dit alles.

    P.S. de foto is afkomstig van de website van Coen Wessels.

    vrijdag 29 oktober 2010

    Het hemd van de Koning (4) - Eerst schaamte dan schuld


    Onze cultuur wordt steeds meer in een schaamtecultuur. Ik hoop, dat ik sinds vorige week een verhaallijn in de bijbel te pakken heb, die hier alles mee te maken heeft. Ik had dus Entdeckungsfreude.

    Een treffend beeld voor schaamte is naaktheid. Een van de eerste verhalen in de bijbel gaat over Adam en Eva. Wanneer God hen opzoekt, verbergen ze zich voor hem. Maar hij roept ze tevoorschijn en vraagt waarom ze zich verborgen hielden. Wat is hun antwoord? “We werden bang, omdat we naakt zijn.” Diepe schaamte. “We hebben niets om aan te doen.”

    In de kerk wordt vaak de nadruk gelegd op de schuld van Adam en Eva. Ze hadden immers Gods gebod overtreden. Ze hadden gegeten van de boom waarvan God hen verboden had te eten. Maar, het eerste wat Adam en Eva ervaren is niet schuld, maar schaamte. Natuurlijk valt er veel te zeggen over schuld, maar toch minstens zoveel over schaamte?

    En, als wij allemaal kinderen van Adam en Eva zijn, wat betekent het dan, dat we door de doop met Christus bekleed worden? Toch, dat hij onze schaamte bedekt? Zoals ik het nu opschrijf, is dat nog een "naakte" waarheid, maar het is toch niet zo moeilijk om die aan te kleden met onze dagelijkse realiteit?

    Hier vind je de eerdere blogs over dit onderwerp: deel 1, deel 2, deel 3.

    donderdag 28 oktober 2010

    Het hemd van de Koning (3) - De doop

    Keeping up appearances. Imago, imagoschade en imagoprobleem. Een onbevlekt blazoen. Allemaal woorden die te maken hebben met schaamte en identiteit.

    Paulus schrijft in zijn brief aan de Galaten over mensen die met Christus bekleed zijn. En concludeerde ik in mijn vorige blog: wie bekleed is met Christus, is niet langer naakt. En deelt dus in het imago van Christus.

    Tijd om even stil te staan bij de historische achtergrond van de uitdrukking bekleed met Christus. In andere brieven gebruikt Paulus vergelijkbare uitdrukkingen. Ik noem een voorbeeld; Kolossenzen 3:
    9 Bedrieg elkaar niet, nu u de oude mens en zijn leefwijze afgelegd hebt 10 en de nieuwe mens hebt aangetrokken, die steeds vernieuwd wordt naar het beeld van zijn schepper en zo tot inzicht komt. 11 Dan is er geen sprake meer van Grieken of Joden, besnedenen of onbesnedenen, barbaren, Skythen, slaven of vrijen, maar dan is Christus alles in allen. 12 Omdat God u heeft uitgekozen, omdat u zijn heiligen bent en hij u liefheeft, moet u zich kleden in innig medeleven, in goedheid, bescheidenheid, zachtmoedigheid en geduld. 13 Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft; zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven. 14 En bovenal, kleed u in de liefde, dat is de band die u tot een volmaakte eenheid maakt.
    Paulus roept bij zijn hoorders hun doop in herinnering. Bij de doop legden de mensen hun oude kleren af, werden gedoopt en deden vervolgens hun nieuwe kleren aan. Iets nadrukkelijker: ze deden hun oude, versleten en vieze kleren uit, werden zelf ook schoongewassen en deden vervolgens nieuwe kleren aan. En zo vertelde de doop in een notendop het verhaal van het goede nieuws van Jezus. 

    Meer nog, met de doop werd de dopeling een bewuste participant (acteur) in Gods drama van schepping naar herschepping, maar ook Gods drama van schaamte naar aanvaarding. En zo'n acteur doet dus de kleren aan die bij hem passen - en leeft zich meer en meer in zijn rol in. En volgens de bijbel is dat altijd een tweezijdige actie - aandoen door de mens enerzijds, en anderzijds door de Heilige Geest vernieuwd worden naar het beeld van zijn schepper.

    woensdag 27 oktober 2010

    Bob Calvert spreker in Capetown 2010


    Ik moet de video zelf ook nog bekijken, vond hem terwijl ik iets anders zocht. Maar ik ben toch een beetje trots: Bob Calvert, predikant van Scots International Church in Rotterdam was een van de sprekers in Capetown 2010. Klik hier voor de video. Capetown 2010 is de Third Lausanne Congress on World Evangelization met sprekers als John Piper, Chris Wright en Ajith Fernando en dus ook onze eigen Rotterdamse Bob Calvert. 

    dinsdag 26 oktober 2010

    Het hemd van de Koning (2) - Angst om naakt te zijn


    Bijna iedereen kent het verhaal van de kleren van de keizer.

    Maar stel je voor, het was andersom. Niet de keizer staat zonder kleren, maar jij. Stel je voor, je komt op bezoek bij de keizer. Je staat in een grote hal voor de troonzaal. De twee grote deuren er naar toe zijn gesloten. Dan gaat de klink van een van de deuren omlaag en langzaam zwaaien de deuren open. En opeens kijk je naar jezelf en je ontdekt: ik heb niets aan. Je bent naakt, vuil. De deuren zwaaien open. Je kunt niet weg en je hebt niets aan. In de verte doemt de troon op en erom heen zie je de hofhouding staan.

    Voor sommigen is bovenstaande, in allerlei varianten, een letterlijke nachtmerrie. En, het is een droom die alles te maken heeft met (diep weggestopte) schaamte.

    Toen ik de bijbeltekst “bekleed met Christus” met dit voorbeeld verbond, had ik een eerste lijntje te pakken van het bijbelse verhaal over schaamte. Want, wie bekleed is met Christus, is niet langer naakt. En meer nog, die deelt in het imago van Christus. Misschien nog een keer, want het klinkt simpel, maar dat is het niet: wie bekleed is met Christus is niet langer naakt. Onze angst om naakt gevonden te worden is een van onze diepste angsten. Christus bedekt onze schaamte.

    zondag 24 oktober 2010

    Het hemd van de Koning (1) - Aanleiding

    Het verhaal gaat, dat Arthur Conan Doyle, de schrijver van Sherlock Holmes, een telegram schreef naar een aantal mensen in London. Mensen die goed bekend stonden. Anoniem schreef hij hen: “Vlucht – Alles is aan het licht gekomen.” En in de dagen erna verdween een aantal van hen spoorloos.

    Of het waar is, weet ik niet. Maar het spreekt me aan. Wat zou ik doen als ik zo’n brief zou ontvangen? Zou het kunnen, dat ik me dingen zou herinneren, waarvoor ik me zou schamen? Dingen die ik zelfs voor mezelf diep verborgen houd?

    Volgens sommige mensen heb je enerzijds schuld- en anderzijds schaamteculturen. En verandert onze cultuur steeds meer in een schaamtecultuur. Ik vond dat altijd een interessante gedachte, toch kon ik het niet goed praktisch of concreet maken. Maar ik geloof, dat ik sinds vorige week een verhaallijn in de bijbel te pakken heb, die hier alles mee te maken heeft. Ik had dus Entdeckungsfreude.

    Het begon met een bijbeltekst uit Galaten 3:27: bekleed met Christus.

    In de komende dagen schrijf ik een aantal blogs die in ruwe streken het verhaal van de bijbel over schaamte vertellen.

    woensdag 20 oktober 2010

    Eenvoudige simple missional community churches


    Missional Communities, Gospel Communities. Simple Church. Eenvoudig kerk-zijn. Dit worden belangrijke woorden voor mensen met een hart voor de missionaire kerk. Er is echter een belangrijk verschil met een paar jaar geleden. Was het toen een mogelijkheid die eenvoudig terzijde gelegd kon worden, nu is dat geen optie meer. Het is urgent. Het  gebeurt.

    Vijftien jaar geleden konden missionair gerichte kleine groepen als idee met een zin worden afgeschoten: "Utopie, niets voor mijn oude vader." Tien jaar geleden presenteerden de simple church adepten zich vervolgens vooral als tegenstanders van alles wat gevestigde kerk was. Dat hielp weinig mensen over de streep, behalve degenen die gefrustreerd waren. Het idee dat alle problemen van de wereld een spijker waren voor de hamer van de simple church, ontmoette terecht scepsis. Vijf jaar geleden kwamen "de missionals" met meer doordachte en constructieve concepten. Meer doordacht, want de concepten kwamen niet voort uit activisme of pragmatisme, maar bleek ook principieel te beargumenteren. Maar in Nederland gebeurde niet veel. Het was te ver van ons bed. De ontdekking dat Gods Geest ook in onze tijd actief is, was nog vers. De concepten waren misschien nog te abstract. Maar nu gebeurt het. Ik ben daar blij mee, maar het geeft me ook een gevoel van urgentie.

    Hoe ziet de kerk van de nabije toekomst in Nederland eruit? Ik denk, ik hoop, als volgt.


    Ik denk allereerst, dat de bestaande reguliere vormen van kerk zullen blijven bestaan. Alleen vermoed ik, dat hun ledentallen helaas nog verder zullen krimpen.
    De kerk bestaat verder (en dat is mijn hoop) uit kleine groepen gekenmerkt door het evangelie, uitnodigend en gastvrij. Groepen die gekenmerkt worden door zijn en niet door doen. Ze zijn Gods gezin. Ze zijn uitnodigend en gastvrij. Ze vormen een groep waarin mensen kunnen kennismaken en groeien in hun geloof. Ze nodigen anderen uit, zijn daar ook op gericht. Ze groeien samen. Ze zijn jong en oud, rijk en arm, en uit diverse bevolkingsgroepen afkomstig. Soms wat meer, soms wat minder uniform. Deze groepen organiseren wel activiteiten, jongerenevents, barbeques, praisediensten, Youth Alpha's, enzovoorts, maar dat is niet wat ze kenmerkt. Ze zijn Gods gezin.

    Deze kleine groepen zijn onderling met elkaar verbonden, leggen rekenschap aan elkaar af, helpen en stimuleren elkaar. Wekelijks of tweewekelijks komen meerdere groepen bij elkaar voor een moment van onderlinge ontmoeting, om onderwezen te worden en om God te prijzen. Hier zijn prima mogelijkheden om kleine groepen in te passen in institutionele vormen. En dat is nodig en geeft de kerk zoals we die nu kennen een extra boost.

    Kijk ik naar de kerk nu, dan zie ik de volgende aandachtspunten. De kerk moet zich opnieuw durven te plaatsen in Gods verhaal. Niet de nadruk op de discontinuïteit tussen de bijbel als antiek boek en de postmoderne cultuur, maar zoeken naar de continuïteit door de plaats te zoeken die wij in Gods verhaal innemen. En dan als tweede leren te zijn i.p.v. te doen. Niet primair denken in activiteiten en evenementen maar primair denken in presentie. Te vaak doen we christen, maar Jezus volgen is 24/7. Ik denk, dat die twee aandachtspunten zowel gelden voor missional communities als voor kerken zoals we ze nu grotendeels kennen.

    BTW: missional vind ik een vreemd Angelsaksisch leenwoord. In het Engels betekent missionary vooral zendeling. Vandaar dat men daar het bijwoord missional kiest en niet missionary. Maar volgens mij kunnen we in het Nederlands prima uit de voeten met het woord missionair. Maar, waarschijnlijk gaat het woord missional binnenkort desondanks een vlucht nemen in het Nederlandse taalgebied.

    maandag 18 oktober 2010

    Jars of Clay - The Shelter


    Jars of Clay hebben een nieuw album uitgebracht: The Shelter. Op de in-lay van de CD staat:
    This album is inpired by old Irish words, "In the shelter of each other, the people live." These songs are meant to celebrate and inspire small communities of people to care for one another and embody the love, peace and hope promised by God and found in the life of Jesus.
    En als pleitbezorger voor missional communities viel me dat natuurlijk op ;-)

    zaterdag 16 oktober 2010

    De uitdaging van het drama

    Kevin VanHoozer wil de bijbel als script van een toneelstuk in vijf acten, waarvan wij het vierde deel improviseren. Zie mijn vorige blog voor wat verwijzingen. Dat klinkt misschien wat droog, maar probeer het volgende eens (NB onderstaande plaatste ik al eerder):


    Het is stikdonker, pikzwart. Je kijkt in een gapend zwart gat, in het niets.

    Dan klinkt er opeens een stem: “Licht.” Felle spots gaan. Je knippert met je ogen. Al het duister is weg. Je kunt je al bijna niet meer voorstellen hoe het was. Het is zo licht dat het bijna leeft. “Licht.”

    “Licht hier, donker daar.” Opeens zie je licht en donker. Maar het donker wat je ziet is een ander donker. Het is het donker van de avond, niet het donker van het niets. Zo is het toneel nu in tweeën gedeeld; links donker en rechts licht.

    Terwijl je kijkt, hoor je steeds opnieuw die stem. Is het een stem die aanwijzingen geeft? Of vertelt de stem wat hij zelf doet? Of... de stem lijkt zo krachtig dat alleen die stem het al doet. Maar wie gaat er achter die stem schuil? Je weet het niet.

    Langzaam vult het toneel zich met rotsblokken, aarde, zelfs bomen en daarna beesten en vissen. Langzaam wordt het vol. Je moet goed luisteren nu, want ook op het toneel zelf klinken allerlei stemmen en geluiden, muziek, geklater van beekjes. Maar wanneer je je inspant, blijf je die ene stem horen, onmiskenbaar.

    Nu ontdek je op het toneel nog een scheiding. Ergens, halverwege, hangt een gordijn over de volle breedte van het gordijn. Er is een voor en een achter. Het is een bijzonder gordijn. Soms lijkt het doorzichtig, soms juist niet. Wanneer je goed luistert, hoor je dat die stem van achter het gordijn komt. Ergens lijkt iets of iemand te staan wat lijkt op de omtrekken van een troon. Daar komt de stem vandaan.

    Maar helemaal goed kun je het niet zien, want het gordijn – hoe transparant het soms ook lijkt te zijn – verbergt iets voor je. Iets blijft geheim.

    Nu begint het spel.

    Soms is het heel duidelijk dat wat voor het gordijn zich afspeelt te maken heeft met wat er achter gebeurt. “Abraham, verlaat Ur en ga naar het land wat ik je wijs. Ik zal je zegenen,” klinkt de stem. En je ziet een lange stoet kamelen op reis gaan. Wanneer het zo duidelijk is, lijkt het gordijn heel transparant. Dan besef je ook, dat wat er ook voor dat gordijn gebeurt, onder controle is van degene op de troon. Hij was tenslotte ook die de ruimte vulde.

    Er moet een plan zijn. Of tenminste: een richting. Het begon tenslotte in het niets en nu is er alles. Je hoort de stem ook duidelijke keuzes maken.

    Soms lijkt het alsof er alleen maar de voorkant van het toneel is. Je ziet een koning – David heet hij geloof ik – allemaal vreemde capriolen uithalen. Hij laat het vechten over aan zijn onderdanen. Hij rommelt met een vrouw en bedekt de gevolgen uiteindelijk met een moord.

    Nu gebeuren dit soort dingen op allerlei plaatsen op het toneel, maar hierop staat als het ware de richtspot. Blijkbaar moeten we hier naar kijken. Alleen dat op zich is al een vraag. Waarom staat de richtspot wel gericht op het ene terwijl er ook allerlei andere dingen gebeuren. Doen die andere dingen er dan niet toe? Heeft de stem daar geen stem?

    Je kunt niet zeggen, dat die andere dingen er niet toe doen. Want ze zijn verlicht, maar lang niet zo fel. Gedimd. Interessant genoeg zie je dat er soms interactie is tussen wat er gebeurt in de richtspot en de rest van het podium. Mensen van buiten komen opeens naar binnen en spelen een cruciale rol. Een vrouw, Ruth, komt opeens voor het voetlicht en wordt moeder van de koning. Een profeet, Jona, ondervindt dat de stem wel degelijk met liefde en aandacht, geduld en ontferming betrokken is op mensen, kinderen en dieren die in het gedimde licht leven. Je kunt niet zeggen, dat die andere dingen er niet toe doen.

    Met dat je dat gezegd hebt, doemen er wel allerlei vragen op. Hoe is die relatie? Is het licht wel echt gedimd. Is er een richting, een spel en een plan?

    Er treden mensen op die spreken met de stem van achter het gordijn. Het is duidelijk, dat ze zelf spreken, hun eigen woorden gebruiken. Maar het is net zo duidelijk, en dat zeggen ze zelf ook, dat ze spreken met de stem van achter het gordijn. Dezelfde richting. Hetzelfde gezag.

    Dan komt er een man op wie de richtspot heel fel wordt gericht. Sterker nog, van vier kanten valt het licht op hem. Hij vertelt en handelt. Hij leeft. Hij raakt aan, geneest. Mensen nemen hem gevangen. Je raakt verward. Wie neemt hem gevangen? De hoofdrolspelers of juist die mensen die net het licht intraden? Hij sterft aan een kruis, alleen. Het licht gaat uit. De richtspot dooft. En de stem - waar is de stem? De stem was stil en blijft stil. Drie dagen lang. Dan gaat het licht weer aan. Hij spreekt opnieuw. Een nieuw begin? Maar al het oude gaat ook nog door.

    Opeens valt je iets op. Staat hij nu voor of achter het gordijn? En was dat eerder ook al niet het geval?

    Kijk, hij spreekt zoals die anderen mensen spraken met de stem van achter het gordijn. Maar, wanneer hij uiteindelijk niet voor, maar achter het gordijn staat, dan is hij dus die stem. Dan is hij degene.

    Dan ontdek je, dat de stem je uitnodigt om mee te doen. Meedoen? Je kijkt om je heen en je denkt nog eens na en dan denk je: “Maar ik deed eigenlijk altijd al mee. Ik was geen toeschouwer. Ik stond al die tijd al op het toneel. Alleen de vraag is, waar ga ik staan, in het licht of in de schaduw van dat gedimde licht?”

    Maar, wat betekent dat? Je kunt niet alles meenemen in dat licht. Sommige dingen niet, omdat je niet eens zou willen dat het licht er op zou vallen. Andere dingen niet, omdat ze te zwaar zijn om mee te slepen. Een tijd lang loop je heen en weer tussen licht en schaduw...


    Vanuit het perspectief van VanHoozer wordt het nu belangrijk om te onthouden wat er gebeurd is in het verleden, om te blijven luisteren naar de stem, en om goed geoefend te improviseren - niet maar wat proberen, maar vanuit alles wat je weet spelen. Spelen, niet doen alsof, dan wordt je een hypocriet. Maar we moeten zo spelen, dat we onze rol wordenv.

    donderdag 14 oktober 2010

    Kevin VanHoozer en theologie als drama

    Vandaag luisterde ik naar twee lezingen van Kevin VanHoozer (hier en hier). Aangespoord door een verwijzing die Jos Douma op zijn blog deed naar zijn lezing Experience the Drama.

    Kevin leest de bijbel als het script, waar de wereld het toneel is, God de regisseur en de Drie-enige God de hoofdrolspelers in een drama, waar wij ook volop meedoen. Het is een drama met de volgende actes: 1) schepping 2) Israel 3) Jezus 4) de kerk 5) nieuwe hemel en aarde. Wij zitten dus aan het einde van act 4 en het is onze opdracht om daarin onze rol te improviseren op basis van het script.

    Als Jos hiermee verder wil, dan zijn we een stuk verder op weg naar wat ons bindt in onze visie op de kerk. Een wens die Ronald eerder uitte. Bovendien sluit de visie van VanHoozer nauw aan, bij wat ik eerder schreef over de eerste opdracht van de kerk: vieren - alles wat ons doet beseffen dat wij deel uitmaken van Gods verhaal. Vieren is doop, avondmaal, bijbellezen, enzovoort. Ik ben ook benieuwd hoe VanHoozers visie zich verhoudt tot die van Wright en Bartholemew en Goheen. De laatste twee schreven het boek The Drama of Scripture. Deze bijbelse theologen gaan ook van een five-stage script.

    En zo is de radiokerkdienst geworden

    Afgelopen zondag was ik deel van de radiokerkdienst van Zendtijd voor Kerken. De uitzending bestaat uit het journaal (het is een tijdsbeeld ;-) ), een korte schets van de gemeente, goede muziek, bijbellezing, heel wat bijdragen van mensen uit de gemeenten en een preek. En zo klinkt het dus.

    Muzikaal hoor je een eigentijdse mix van Psalmen voor Nu, een lied van Roeland Smith, Opwekking en Psalmen. Het thema had ik al gekozen voordat ik besefte dat het Micha zondag was, maar sluit daar goed bij aan - laat de vreugde die de Heer u geeft u kracht zijn. Oftewel: deze wereld is op weg naar Gods Koninkrijk. Wij lopen misschien vast, maar het is zijn project. Wie dat ontdekt, vind daarin vreugde en vertrouwen om brood, tijd, blijdschap en verdriet en leven te delen. De kinderen uit de gemeente illustreren dit met actie schoenendoos en een aantal jongeren door hun maaltijden te delen met anderen.

    woensdag 6 oktober 2010

    Radiokerkdienst

    Zondag ga ik voor in een kerkdienst die Zendtijd voor Kerken uitzendt op Radio5.

    We hebben een hoofdstuk uit Nehemia gekozen als vertrekpunt. In de tijd van Nehemia bestaat de natie Juda niet meer. Land en steden zijn verwoest door achtereenvolgens de Assyriërs en de Babyloniërs. De tempel is geplunderd en verbrand. Stadsmuren zijn omver gehaald. Na honderd jaar keren kleine plukjes mensen terug. Maar grote delen van het land en de stad Jeruzalem blijven onbewoond. Dromen liggen in puin. De overblijvers zijn afhankelijk van de besluiten van grote wereldmachten. Nehemia probeert de stadsmuren te herbouwen, maar binnen het volk is grote twijfel hierover. Israël zal nooit meer een grote natie worden. Geen heerser over de volken, geen zegen voor de volken. Er is geen perspectief.

    Tijdens de zevende maand, de Joodse feestmaand, verzamelen de terugkomers zich op een kapotgeslagen tempelplein. De priester Ezra leest voor uit de wet. Duidelijk wordt, dat naast alle politieke ook alle religieuze aspiraties kapot zijn gelopen. Zij en hun voorouders hebben de Levende God verlaten en zijn verbond verbroken.

    Het volk barst in huilen uit.

    En dan gebeurt het opmerkelijke:
    9 Vervolgens zeiden Nehemia, de landvoogd, Ezra, de priester en schriftgeleerde, en de Levieten die de uitleg gaven tegen heel het volk: ‘Deze dag is gewijd aan de HEER uw God. Wees dus niet treurig en ween niet.’ Het hele volk was namelijk in tranen uitgebarsten toen het de woorden van de leer hoorde. 10 En ze zeiden hun: ‘Kom, ga eten en drink er zoete drank bij, en deel met wie niets heeft, want deze dag is gewijd aan onze Heer. Wees niet bedroefd, maar laat de vreugde die de HEER u schenkt uw kracht zijn.’ 11 De Levieten stelden het volk gerust en ze zeiden: ‘Wees nu stil! Dit is een heilige dag, wees dus niet bedroefd.’ 12 En het volk ging eten en drinken en deelde de maaltijd met anderen. Ze vierden uitbundig feest, want ze hadden begrepen wat hun bekend was gemaakt.
    Hoe kunnen deze mensen feest vieren terwijl hun dromen kapot zijn geslagen en er geen toekomst is? Hoe kan de oproep om blij te zijn aanslaan? Een vraag die ook speelt voor mensen die kerken zien leeglopen, hulpverlening zien falen en geen toekomst meer zien. Daarover meer aanstaande zondag.

    maandag 4 oktober 2010

    GoogleSharing - Beetje privacy in eigen hand

    Bijna iedereen gebruikt Gmail, Google, GoogleMaps, Blogspot. Bijna iedereen gebruikt ook ongemerkt Doubleclick, GoogleAnalytics (belangrijke leveranciers van advertenties op Internet). Allemaal Google bedrijven. Google weet waar je woont (GoogleMaps), waar je bent, wat je zoekt (Google) - dus waar je surft (en waar niet) wat je eet, drinkt, leest, koopt, aan hobby's hebt, tijdens je vakantie doet, kijkt, voelt. Google weet wie je vrienden zijn (Gmail) en wat je aan hen schrijft. En Google weet wat je overtuigingen zijn (Blogspot). Google is bijna alwetend en alomtegenwoordig.

    Van mij hoeft dat niet. Ik vertel het wel, als het nodig is. Een God is voldoende voor mij. Maar je privacy bewaken op Internet is een hele klus. Af en toe kijk ik er weer eens naar. Zo gebruikte ik de laatste tijd Scroogle om te zoeken. Helemaal tevreden was ik niet. Ik gebruik sinds kort GoogleSharing en al wat langer AdblockPlus. De eerste zorgt ervoor, dat je anoniem zoekt bij Google en GoogleMaps. Enige nadeel: het werkt met google.com en niet google.nl. De tweede verschoont je van de meeste reclame. Wat een rust. Het sterke van beide add-ons is, dat je, nadat je ze geïnstalleerd hebt, je er verder geen omkijken naar hebt, en je je surfgedrag niet hoeft te veranderen.

    P.S. Ik heb niet gekeken of Googles browser Chrome deze add-ons ook ondersteunt ;-)

    donderdag 30 september 2010

    Sceptisch over geld


    "Het geld dat we steken in ontwikkelingswerk heeft niks opgelost. Dus waarom zouden we daar nog mee doorgaan?" Goede vraag, waar we zeker over moeten nadenken en ik wil dan ook meteen de volgende vragen stellen. Want ontwikkelingssamenwerking is niet de enige "bodemloze" put en zeker niet de diepste.

    Het geld dat we al eeuwen in wapens stoppen heeft ook geen vrede gebracht. Dus waarom gaan we daar mee door?

    En de miljarden die we in de banken stoppen vanwege de kredietcrisis hebben geen hogere moraal bij de bankiers gebracht. Dus wat moeten we met onze bankiers?

    woensdag 29 september 2010

    Kerk als Gods gezin


    Wat is kerk? Ik beloofde Jos Douma hierop vorige week mijn voorlopige antwoord te geven. Het is natuurlijk een te grote vraag voor een blog en zeker voor die van een kleine profeet. Misschien dat ik daarom aarzel met mijn antwoord. Ik ontdek kerk steeds meer als Gods gezin, zijn gemeenschap met Jezus als grondlegger, doel, voleinder, alles in allen. En dat alles in Gods grote verhaal van schepping tot herschepping met Jezus als climax.

    Ik hoop, dat dit een aanvullend en geen polariserend antwoord is.

    Ik ontdek, dat wie denkt vanuit gemeenschap begint bij zijn en niet bij doen, bij relatie en niet bij doelgerichtheid en activiteiten en programma's. Ik ontdek wanneer ik denk vanuit gemeenschap, ik denk vanuit team (ambt van alle gelovigen, APEST) en niet vanuit management.

    Vandaag las ik een recensie van The Forgotten Ways van Hirsch. Deze vat goed samen wat ik bedoel. Ronald, toch maar een citaatje (uit de recensie):
    Hirsch states "if you wish to grow a contemporary church following good church growth principles, there are several things you must do and constantly improve upon:

    1. Expand the building for growth.
    2. Ensure excellent preaching that relates to the life of the hearers.
    3. Develop an inspiring worship service with an excellent band.
    4. Make certain you have excellent parking facilities.
    5. Ensure excellent programs for children and youth.
    6. Develop a program of cell groups rooted in a Christianised model.
    7. Make sure that next week is better than last week.

    In contrast to the above, Hirsch discusses the nature of, or innate purpose of the church according to scriptures:

    1. A covenanted community
    2. Centered on Jesus Christ ("Jesus is Lord").
    3. Worship, defined as offering our lives back to God through Jesus.
    4. Discipleship, defined as following Jesus & becoming like him.
    5. Mission, defined as extending the mission of God through the activities of the covenanted community.
    En de relatie met management is meteen duidelijk. Veel van de management problematiek in de kerk wordt veroorzaakt door een kerkmodel, dat de organisatie en de markt vooronderstelt als vaste uitgangspunten waarop de kerk gebaseerd is.

    woensdag 22 september 2010

    Begin bij de kerk en denk daarna pas over de predikant

    Hoe moet het verder met de kerk? Hoe moet het verder met de predikant? Twee discussies die rondwaren in kranten, bladen, boeken en op het Internet.

    Jos Douma wijdde een aantal blogs aan de tweede discussie, met titels als de predikant: manager of mysticus (zie hier, hier en hier). Terecht wijst hij erop, dat predikanten ten onder gaan aan de hoeveelheid taken en taakjes en verwachtingen. De NGK hebben een heuse studie gewijd aan de toekomst van de predikant. Het rapport vind je hier . Zowel Jos als de opstellers van het NGK rapport willen de predikant terug naar zijn kerntaken – woordverkondiging en pastoraat. Het eerste door Jos benoemd als heraut, of ingewikkelder hermeneut of mystagoog.

    Daniel de Wolf schreef over de eerste discussie, misschien wel geinspireerd door de verschijning van het boek De kerk is dood, leve de koning . Daniel is pessimistisch over de toekomst van de kerk. Hij ziet de kerk in kleine groepjes in de marge opereren. Maar, hij mengde zich ook in de discussie over de predikant.

    Ik denk, dat beide gesprekken aan elkaar verwant zijn, maar dat het ene wel prioriteit verdient boven de andere. Onderliggend aan de vraag over de toekomst van de kerk ligt namelijk de vraag wat kerk is. En juist op dat terrein stellen missionals een verandering voor: van incarnationeel naar attractioneel attractioneel naar incarnationeel, van dualistische naar holistische spiritualiteit en van hiërarchisch naar apostolisch leiderschap (in de woorden van Frost en Hirsch). Ik denk, dat de aanhangers van een traditioneel kerkmodel in moeten gaan op bijvoorbeeld Frost en Hirsch, de opstellers van het rapport over de Mission-Shaped Church en de observaties van Webber. Waar deze auteurs over schrijven gebeurt, nu en ook in Nederland. We kunnen deze shift dus niet negeren.

    Wie voor de toekomst uitgaat van een missional kerkmodel (ik gebruik het woord missional maar, het wordt vast mode om dat te doen), kan niet anders dan met andere antwoorden komen op de vraag naar de toekomst van de predikant, dan wie uitgaat van het traditionele gereformeerde kerkmodel. Daarom moet Daniel wel andere antwoorden geven dan Jos. En omdat de vraag naar wat het ambt is volgt op de vraag wat kerk is, denk ik, dat een gesprek daar moet beginnen. Ik denk daarom, dat hoezeer ik de inzet van Jos als de opstellers van het NGK rapport ook waardeer, ik denk dus, ze aan het verkeerde eind beginnen.