dinsdag 18 januari 2011

Stop doing church, start being disciples

Stop doing church, start being disciples. Controversiële uitspraak gezien de reacties op een blog van Jos Douma. Maar laat ik er toch een lans voor breken.

Stel deze vraag eens: “Hoe bereiken we niet-christenen?” Wat voor antwoorden krijg je? “Organiseer een Alpha-cursus.” “Zoek een evangelisatiemethode.” “Begin een activiteit voor kinderen.” “Richt je kerkdiensten zo in, dat niet-christenen ze begrijpen.” “Doe een speciaal project rond de feestdagen.” Wat is de grootste gemene deler van deze antwoorden? Het draait allemaal om doen, om activiteiten en om organiseren. Ze zijn allemaal afhankelijk van vrijwilligers. En ze richten zich op individuen buiten hun context. Laten we dit een van de vormen van doing church noemen.

Waarom moeten we dit soort doing church niet doen? Allereerst hierom: onderzoek van Willowcreek, de meesters in programma's, heeft geleerd, dat activiteiten en programma's, hoe goed opgezet ook, geen discipelen opleveren. Dit tot grote schrik van Willowcreek zelf. Maybe people who are being disciples will be doing church, but doing church will not necessarily result in people being disciples.

Dat dit niet werkt is niet zo vreemd. Want geen van deze activiteiten nodigt niet-christenen uit om deel uit te maken van de christelijke gemeenschap. Geen van deze activiteiten is deel van het gewone leven. En zoals wijlen Newbigin al zei: “The local community is the hermeneutic of the gospel.” Dus niet “The activities of the local community.” En Newbigin brengt hiermee het tweede principiële argument in: de volgelingen van Jezus zelf zijn de vertolkers van de boodschap, hun woorden, hun gemeenschap, hun leven.

Wat zou being disciples in dit voorbeeld kunnen betekenen? Stel je een gezin zonder vader voor. Being disciples betekent dat gezin uitnodigen om deel uit te maken van een gemeenschap, zodat de kinderen in het dagelijks leven zien wat een vader is. Dat leren ze niet via een kinderclub waar gesproken wordt over God als vader, maar dat ervaren ze, als ze kunnen delen in een dagelijks leven van en met vaders. Twee, drie, vier gezinnen zouden kunnen besluiten om de twee weken iets samen te doen en daarbij hen en andere niet-christelijke gezinnen uit te nodigen. Dat kan een dag naar het strand zijn, of een filmmiddag, of een barbecue. En een andere keer zouden ze samen kunnen praten over opvoeding. Op die manier nodigen ze die andere gezinnen uit om deel uit te maken van hun gemeenschap en ervaren deze mensen wat het evangelie in het leven van alledag betekent. Vanaf het begin van hun ontmoetingen zijn deze mensen bezig om in de gemeenschap te integreren. Naast al het gewone delen zou het natuurlijk mooi zijn als ze hen op termijn een Alpha cursus aanbieden of een Marriage Course. Dan is het heel natuurlijk om die Alpha samen met die andere gezinnen te volgen. Een kinderclub zou dan passend zijn op het moment dat de ouders de Alpha volgen. De bemensing van de Alpha is eenvoudig. Het zijn de gezinnen zelf die de leiding hierin nemen. En op het moment dat ze er klaar voor zijn, is de stap klein naar een eventuele samenkomst op zondag - ze kennen dan al vier andere gezinnen en waarschijnlijk nog wel meer mensen.

Ik denk, dat deze aanpak misschien wat klein overkomt. En toch zijn de langetermijn effecten veel groter. Het is ook veel "echter", want deze gezinnen zullen ons met echte vragen confronteren en zullen ons vragen het evangelie uit te leven en naar hun situatie te vertalen. Dat is allemaal wat minder veilig dan een boekje of een cursus. Maar dit is being disciples.

Geen opmerkingen: