donderdag 1 april 2010

Waarom samen vasten? (6) - Spijt van maaltijd twee

In een serie blogs betoog ik dat er goede redenen kunnen zijn om samen te vasten. Dit is nummer zes in de serie.

Klinkt technisch: spijt van maaltijd twee. Maar dat is het niet. Je kunt er spijt van hebben dat je teveel hebt gegeten. Spijt van een verkeerd eetpatroon. Spijt, dat jouw brood de ander zijn dood betekende. Spijt, omdat je je dood hebt gewerkt om nog meer overvloed te vergaren. Spijt omdat je vol zit van een mierzoete maaltijd waarvan je nu kotsmisselijk bent. Of spijt omdat je vol zit van bitterheid en dat een tijdlang goed smaakte. Dat is allemaal maaltijd twee.

En als je daarmee wilt breken, is het tijd om de maaltijd te laten staan. En soms is het goed om samen die maaltijd te laten staan. Want dat is wat ik in deze serie betoog: vasten is voor ons vaak een persoonlijke zaak, maar in de bijbel juist iets van de gemeenschap.

In de bijbel staan fascinerende voorbeelden van groepen mensen die hun eten samen laten staan, bijvoorbeeld in Nehemia 9 en in Joel. In beide gevallen vanwege spijt om maaltijd twee. Ook sprekend is het verhaal van Jona. Deze onwillige (!) profeet trekt de stad Nineve in met een onheilsboodschap: "Nog veertig dagen en Nineve wordt met de grond gelijkgemaakt." Dit, omdat het kwaad van deze stad zeer groot was. En Jona hoopt dat de vernietiging gaat gebeuren. Maar dan:

De inwoners van Nineve geloofden God: ze riepen een vasten uit en iedereen, van hoog tot laag, hulde zich in een boetekleed. Toen de profetie de koning van Nineve bereikte, stond hij op van zijn troon, legde zijn staatsiegewaad af en ging, gehuld in een boetekleed, op de grond zitten. En hij liet in Nineve omroepen: ‘Volgens bevel van de koning en zijn edelen is het niemand toegestaan te eten of te drinken, mens noch dier, rund noch schaap of geit. De dieren mogen niet grazen of water drinken. Iedereen, mens en dier, moet zich hullen in een boetekleed en luidkeels God aanroepen. Laat iedereen anders gaan leven en breken met het onrecht dat hij doet. Misschien dat God van gedachten verandert en op zijn besluit terugkomt; wie weet zal hij zijn woede laten varen, zodat wij niet te gronde gaan.’ Toen God zag dat zij inderdaad anders begonnen te leven, kwam hij terug op wat hij gedreigd had hun aan te doen, en hij deed het niet.

Geen opmerkingen: